Fatima Elatik

Fatima Elatik moedigt mensen aan om hun eigen verhaal te bezitten en hun wortels te omarmen. Ze benadrukt het belang van persoonlijke kracht en het kennen van je achtergrond.


OWn your Story


Als ik het woord islamofobie hoor, denk ik aan onwetendheid. Maar niet zomaar onwetendheid—georganiseerde onwetendheid. Het is een soort blindheid tegenover alles wat afwijkt van de witte norm, die in onze samenleving vaak als standaard wordt gezien. Ik heb altijd moeite gehad met het woord ‘islamofobie’. Waarom? Omdat het vaak meer om moslimhaat gaat dan om angst. Een fobie is iets irrationeels, een angst voor het onbekende. Maar wat ik zie, voelt niet alleen als angst. Het voelt als haat, doelbewust en gevoed door een koloniaal superioriteitsdenken dat diep in onze geschiedenis geworteld is. 

 

Na 9/11 werd die haat alleen maar sterker. Ik herinner me dat nog goed. Als klein meisje keek ik vaak met mijn vader naar nieuwsprogramma’s zoals Brandpunt. Er was altijd dat dreigende gevoel—destijds over de Russen. In onze buurt woonde een oude Rus met een militaire jas en een pet. Hij was anders, maar hij hoorde er toch bij. Toen dacht ik nog: "Is dit hoe het werkt?" "We moeten bang zijn voor de Russen omdat de media ons dat vertelt?" Maar na 9/11 veranderde dat. Nu moesten we opeens bang zijn voor moslims. Het voelde alsof de wereld ineens moslimhaat als nieuw vijandbeeld had omarmd. Geopolitiek bepaalt hoe we naar elkaar kijken, en we volgen die signalen als makke schapen. 

 

Wat we nu zien in de samenleving, vooral met de opkomst van populistische partijen, is het resultaat van dat angst zaaien. We leven in Amsterdam, een linkse bubbel, maar landelijk zie je dat mensen radicaliseren door die georkestreerde onwetendheid. Ik heb me jarenlang ingezet voor gelijkwaardigheid, sinds de jaren negentig al. Toen moesten we vechten om de deuren open te krijgen die voor ons gesloten werden—de politiek, de media, elke sector hield ons buiten. We moesten die deuren openbreken, en dat hebben we gedaan. 

 

Nu zie ik dat er veel meer mensen zoals wij zijn binnengekomen. En dat zorgt voor ongemak. Dat witte, mannelijke systeem voelt zich bedreigd, en dat voel je in de samenleving. We zijn op een keerpunt. De vraag is nu: gaan we samenleven en co-creëren, of blijven we vechten? Vooral in Amsterdam zie je hoe divers de stad is geworden. Er is geen groep meer die de meerderheid heeft, en dat brengt een nieuwe dynamiek. Maar landelijk zitten we nog niet op dat punt. Er is nog steeds veel weerstand. 

 

Ik heb een beetje moeite met termen zoals ‘diversiteit en inclusie’. Voor mij voelt het als dezelfde holle term als ‘integratie’. Het suggereert dat we iets bijzonders doen, terwijl we gewoon onze plek opeisen. Wat mij betreft gaat het niet om diversiteit, maar om acceptatie. Accepteer dat we hier zijn, dat we deel uitmaken van deze samenleving. Dat is het gevecht van de afgelopen dertig jaar. Het is geen kwestie van "diversiteit" toevoegen—het is onze realiteit. Dit is ons land, net zo goed als dat van iedereen. 

 

Het huidige ongemak in de samenleving, dat gevoel van wrijving, is het resultaat van die transformatie. En ik ben daar eigenlijk blij om. Het betekent dat we stappen vooruit zetten. Ik zie rapporten over discriminatie in de media, bij de politie, in bedrijven. Het is goed dat het nu naar buiten komt, want het laat zien dat mensen eindelijk eerlijk zijn over wat er gebeurt. We kunnen niet meer doen alsof het niet bestaat. Sterker nog, de weerstand die we zien is een teken dat we vooruitgaan. Het feit dat vrouwen van kleur in leidinggevende posities nu worden aangevallen door roddels en anonieme meldingen, is het bewijs dat ze er toe doen. Het betekent dat we meedoen. 

Er is geen weg terug. We zijn hier om te blijven. De vierde generatie groeit op, en wat ik zie is een samenleving die richting acceptatie beweegt. Misschien niet zonder pijn, niet zonder strijd, maar het gaat die kant op. Black Lives Matter was voor mij een belangrijke mijlpaal. De demonstratie op de Dam met 14.000 mensen was een krachtig signaal: wij blijven hier. Of mensen het nu leuk vinden of niet, we zijn een integraal onderdeel van deze samenleving.

 

Maar dat brengt ook wrijving met zich mee. Het is niet fijn, het is niet leuk, maar zonder wrijving geen glans. We zitten nu in een fase waarin we dichter bij elkaar komen dan ooit. Mensen van kleur, moslims, zwarte gemeenschappen—ons verhaal is verweven met het verhaal van Nederland. En dat betekent dat we ons verhaal moeten ownen. Nederland moet zijn eigen verhaal ook ownen—de slavernijgeschiedenis, de koloniale erfenis, de manier waarop moslims eeuwenlang deel hebben uitgemaakt van dit land. Daar moeten we naartoe.

 

Maar zijn we daar al? Nee, nog niet. Maar het komt wel. Het moet. Want we kunnen niet blijven doen alsof moslims hier nieuw zijn. We zijn een oude traditie in Nederland. Onze aanwezigheid is niets nieuws, en dat moeten we erkennen. Maar moslims zelf moeten ook meer besef hebben van hun eigen geschiedenis. Ik kom uit een rijke cultuur, de Amazigh-traditie, die veel verder gaat dan religie. Islam is slechts één onderdeel van mijn identiteit, maar ik ben zoveel meer dan dat. Toch worden we vaak tot één label gereduceerd.

 

We worden continu in hokjes gestopt. Eerst waren we migrantenkinderen, toen minderheden, daarna allochtonen, en nu zijn we mensen met een migratieachtergrond. Maar ik heb geen migratieachtergrond. Ik ben hier geboren. Ik ben een Amsterdammer. Ik ben zoveel meer dan alleen een moslim. En dat is wat me stoort—dat we steeds opnieuw moeten uitleggen wie we zijn en waarom we zijn zoals we zijn. Dat heb ik dertig jaar geleden al gedaan, en ik weiger het nu nog steeds te doen.

 

Hoe doorbreken we die negatieve beeldvorming? Dat begint bij zelfkennis. Persoonlijk leiderschap is essentieel. Ken jezelf, ken je geschiedenis, ken je eigen verhaal. Laat je niet vangen in een narratief dat niet van jou is. Own your story. Wees de leider van je eigen leven, en vertel je eigen verhaal. We hoeven niet meer dankbaar te zijn voor elke kruimel die we krijgen. We hoeven ons niet te verantwoorden voor wie we zijn. Dit is ons land, en wij zijn hier om te blijven.

 

Onze kracht ligt in onze gemeenschappen. Maar die gemeenschappen moeten ook zichzelf versterken. We moeten ophouden met het bouwen van alleen moskeeën en beginnen met het bouwen van instituten die onze mensen versterken. We hebben genoeg moskeeën—nu is het tijd om onze jongeren te onderwijzen, om ze sterker en zelfbewuster te maken. We moeten onze eigen structuren opbouwen, onze eigen stemmen laten horen. En dat begint bij leiderschap. Het is aan ons om de volgende generatie sterker en beter voorbereid te maken dan wij ooit waren.

 

Maar als gemeenschap moeten we ook naar binnen kijken. Er zijn nog steeds vooroordelen binnen onze eigen rangen, bijvoorbeeld tegen LGBTQ-moslims of Zwarte moslims. Dat moeten we aanpakken. We kunnen geen rechtvaardigheid eisen van de buitenwereld als we die binnen onze eigen gemeenschappen niet waarborgen. Terugkeren naar de essentie van onze religie betekent terugkeren naar gelijkwaardigheid. Onze profeet heeft ons geleerd dat er geen superioriteit is tussen Arabieren en niet-Arabieren, tussen wit en zwart. We moeten onze eigen hypocrisie erkennen en onszelf corrigeren.

 

Dus wat geef ik mee aan de volgende generatie? Own your story. Wees trots op wie je bent, op je roots, je familie, je geschiedenis. Mijn moeder en grootmoeders hebben me geleerd dat kracht en kwetsbaarheid hand in hand gaan. Mijn moeder was sterk, empathisch en altijd eerlijk. Ze vocht niet tegen het slechte, maar voor het goede. Dat is de les die ik wil doorgeven. We dragen onze gemeenschappen, en dat doen we met trots.

 

Ik heb geleerd dat mijn kracht diep geworteld is in mijn familielijn. Mijn moeder, mijn oma’s, zij waren krachtige vrouwen, vrouwen die gemeenschappen bij elkaar hielden. Ze waren niet bijzonder omdat ze vrouwen waren, ze waren bijzonder omdat ze zichzelf waren. En dat is wat ik ook wil zijn. Niet bijzonder omdat ik een moslimvrouw ben, maar omdat ik mezelf ben.

 

We kunnen niet langer wachten op erkenning van buitenaf. We moeten ons verhaal zelf vertellen, onze eigen paden bewandelen. We staan op de schouders van hen die ons zijn voorgegaan, en het is aan ons om het werk voort te zetten. Onze kracht zit in ons verhaal. Own your story. We zijn hier om te blijven, en samen bouwen we verder.

#stopislamofobie

Karima Ahmadouch

Karima Ahmadouch pleit voor menselijkheid en onderling respect. Volgens haar ontstaat er pas ruimte voor begrip als we elkaar blijven zien als mens, ongeacht onze verschillen.

Manon Moussa

Manon Moussa, een bekeerling, draagt haar hoofddoek trots voor haar kinderen en kleinkinderen. Ze laat zien dat het dragen van een islamitische identiteit zichtbaar of onzichtbaar niet aan haar kracht afdoet.

Saida Derrazi

Saida Derrazi spreekt de wens uit dat de dochters van morgen niet dezelfde strijd hoeven te voeren als zij en haar moeder. Ze hoopt op een inclusieve samenleving waarin alle vrouwen volledig geaccepteerd worden.

Rahaf Alsleman

Rahaf Alsleman, een Syrische vluchteling, benadrukt dat nieuwkomers welkom zijn. Zij spoort iedereen aan om zich te blijven inzetten voor een toekomst waarin vluchtelingen actief kunnen deelnemen aan de samenleving zonder angst of vooroordelen.

Fatima Elatik

Fatima Elatik moedigt mensen aan om hun eigen verhaal te bezitten en hun wortels te omarmen. Ze benadrukt het belang van persoonlijke kracht en het kennen van je achtergrond.

Muna Shirwa

Muna Shirwa benadrukt het belang van zelf actie ondernemen. In plaats van te wachten op verandering, kiest zij ervoor om zelf onderdeel van die verandering te zijn.

Rubina Wagid Hosain

Rubina Wagid Hosain drukt de kern van gelijkheid uit. Voor haar is het essentieel dat we blijven strijden voor gelijke rechten voor iedereen in onze samenleving, ongeacht religie of achtergrond.



Samar Shaalan

Samar Shaalan roept moslimvrouwen op om trots en sterk te blijven. Samen kunnen we het verschil maken en een inclusieve stad creëren.